Zachte diplomatie of geopolitiek?

Europa's huidige tweesprong.

Europa stond tientallen jaren bekend om haar zachte diplomatie. In plaats van te dreigen met een imposante legermacht, wist zij de vrede te bewaren door zich te richten op gedeelde waarden als demokratie, een duurzame economie, enzovoorts. Europa zag zichzelf als een waardig alternatief voor de meer machtgebaseerde, geopolitieke krachten in de wereld. De oorlog in Oekraine lijkt hierin verandering te hebben gebracht.

De aanwezigheid van een vijand aan de grens van Europa heeft onze ambitie om een geopolitieke speler te worden wakker geschud. Meer dan op onze zachte diplomatie, vertrouwen we nu op militaire macht. Want Rusland wordt niet langer gezien als een land dat ons vriendelijk gezind is.

Eigenlijk denk ik dat we al eerder begonnen zijn om Rusland met andere ogen te bekijken, hoewel Oekraine er een duidelijke rol in gespeeld heeft. In Nederland is er in 2016 een referendum georganiseerd over de goedkeuring van het associatieverdrag tussen EU en Oekraine. De regering, zoals gebruikelijk in haar houding rondom referenda, heeft een absoluut minimum aan energie gestoken in het overtuigen van het publiek waarom dit verdrag belangrijk zou zijn. Zodoende dat een aantal randfiguren de publieke opinie konden overtuigen dat dit verdrag een slecht idee was en de meerderheid van de kiezers het afwees.

Minister president Mark Rutte besloot de uitkomst van dit referendum echter terzijde te schuiven nadat hij op een internationaal congres ervan overtuigd was geraakt dat Oekraine essentieel was voor onze nationale veiligheid. Ik begrijp dat Oekraine kennelijk essentieel werd geacht om ons te beschermen tegen een bepaalde dreiging. En die dreiging, zoals die, neem ik aan, naar voren kwam op dit internationale congres, was Rusland. De grootsheidswaanzin van Poetin zou Rusland ertoe aanzetten om haar rijk uit te breiden en buurlanden te veroveren en in zich op te nemen.

Want was het niet een voormalige minister van Buitenlandse zaken, Halbe Zijlstra, die toen hij op visite was in de datsja van Poetin, met eigen oren gehoord had dat Rusland de ambitie had het rijk uit te breiden. Ik weet niet waar mimister Zijlstra deze kennis opgedaan heeft, maar al snel bleek dat hij in ieder geval nooit deze datsja bezocht kon hebben en moest hij vanzege dit verzinsel zijn positie als minister opgeven.

Al eerder werd de kentering in onze houding ten opzichte van Rusland zichtbaar. In 2013 besloot de Nederlandse regering dat het opportuun was om onze eeuwenlange vriendschap met Rusland te vieren en een feest te organiseren. In feite gaf Rusland een feest. In de delegatie die naar Rusland afreisde zaten ook een aantal jonge acteurs en actrices wiens bijdrage er uit bestond om de restrictieve houding van de Russiche regering ten opzichte van homosexualiteit aan de orde te stellen. Nu ga ik de Russiche opstelling hier niet verdedigen, ik wil alleen zeggen dat voor mijn gevoel, dit feest dat de vriendschap tussen twee landen had moeten benadrukken, het einde van die vriendschap aankondigde.

Vriendschappelijke gevoelens voor Rusland zijn nu in vrijwel heel Europa verdwenen. De enkele politicus die nog iets positiefs over Poetin durft te zeggen, wordt automatisch afgedaan als extreem rechts en door het weldenkende deel van de politieke klasse gemarginaliseerd. We horen steeds vaker dat we ons moeten voorbereiden op een oorlog met Rusland. We moeten meer investeren in wapensystemen. Misschien zou ook Europa een eigen atoombom moeten nastreven?

Ik wil hier echter toch een lans breken voor de zachte diplomatie. Ik denk dat we een actieve diplomatieke relatie met Rusland moeten nastreven omdat het ons buurland is. "Een goede buur is beter dan een verre vriend", luidt een Oudhollands gezegde. Dit is in ons geval bovenal waar, omdat onze verre vriend meerdere andere zaken heeft die dringend zijn aandacht vragen.

Maar de diplomatie is bovenal belangrijk omdat we niet kunnen vertrouwen op onze eigen denkbeelden en aannames. Sinds het begin van de oorlog in Oekraine, werd het onmogelijk geacht dat Oekraine zou verliezen. Sinds het begin van de oorlog werd het onmogelijk geacht dat economische sancties tegen Rusland het land juist zouden versterken. Sinds het begin van de oorlog heeft Europa zich niet gerealiseerd dat het geen wapenindustrie van formaat heeft om de beloftes aan Oekraine waar te kunnen maken.

Terwijl we Rusland steeds meer als een vijand gingen zien, hebben we niets gedaan om onze verdediging op orde te krijgen. We hebben ons daarentegen verzwakt door het gros van onze wapens aan Oekraine te geven. Kortom: we hebben het verleerd om strategisch na te denken. En bovenal hebben we verleerd om ons wereldbeeld te toetsen aan de realiteit.

De demonisering van Rusland en bovenal van president Poetin, heeft het ons onmogelijk gemaakt om te luisteren naar de zorgen, gevoelens en ideeen van de 'andere kant' in het conflikt. We nemen aan dat Rusland territorium wil veroveren, wil uitbreiden, terwijl Rusland ziet dat de NAVO steeds meer oostwaarts oprukt.

Ik denk dat de veiligste situatie die we ons kunnen wensen op dit moment, een bufferzone is tussen Rusland en de EU. Deze bufferzone moet neutraal zijn en voorzien van een absoluut minimum aam wapens. Dit voorkomt dat wij ons bedreigd voelen, of dat Rusland zich bedreigd voelt.

Het aangaan van oprechte diplomatieke gesprekken, is mijns inziens ook absoluut noodzakelijk om het gevoel van dreiging, die aan beide zijden heerst, te verminderen.

We moeten de Russische zorgen serieus nemen en voorkomen dat we blindelings voortrazen op een pad dat geheid tot confrontaties gaat leiden. Als we bijvoorbeeld Armenie de Europese Unie en een Navo lidmaatschap voorspiegelen, creeren we een tweede Oekraine. Het is essentieel om dit te voorkomen.